Over INclusion



Achtergrond

INclusion is opgericht in de overtuiging dat ontwikkelingssamenwerking beter en efficiënter kan. Te veel ontwikkelingsgeld komt niet terecht bij de mensen die het 't meest nodig hebben. Dat heeft verschillende oorzaken. Ontwikkelingsprojecten worden bedacht door deskundigen in het rijke westen ver weg van degenen om wie het gaat. Daarom sluit hulp vaak niet aan bij wat de mensen nodig hebben, of het botst met de plaatselijke cultuur en waarden. Ook gaat hulp van buitenaf vaak ten koste gaat van de eigen autonomie, van het gevoel eigenaar te zijn en daarmee ook verantwoordelijk voor bijvoorbeeld het onderhoud van een nieuwe waterput.

Meestal richten projecten zich op de oplossing voor een bepaald probleem, terwijl problemen vaak onderling samenhangen. Het bouwen van een nieuwe school heeft bijvoorbeeld weinig zin als er andere redenen zijn waarom ouders hun kinderen niet naar school (kunnen) laten gaan.

Verder gaat een groot deel van ontwikkelingshulp en donaties aan goede doelen naar organisatie- en personeelskosten, en is er het risico van corruptie en fraude.


Een nieuwe manier van hulp geven

Om al deze redenen kiest INclusion voor een nieuwe manier van hulp geven, waarbij deze problemen zich niet of veel minder voordoen: we geven maandelijks een klein geldbedrag aan degenen die in armoede leven en de vrijheid en verantwoordelijkheid om zelf te beslissen waar ze het geld aan besteden, een soort basisinkomen. We doen dit vanuit de overtuiging dat mensen die in armoede leven zelf het beste weten wat ze nodig hebben en zeer gemotiveerd zijn om hun eigen levensomstandigheden te verbeteren.

INclusion is de eerste Nederlandse organisatie die deze nieuwe manier van hulp geven toepast. Het wordt vaak unconditional cash transfers (UCT) genoemd. In verschillende andere landen, zoals Namibië, India en Kenia, zijn al pilots uitgevoerd. Uit wetenschappelijk onderzoek blijft dat deze projecten zeer succesvol zijn. Het leven van degenen die maandelijks gedurende enkele jaren een basisinkomen ontvangen verbeterd in veel opzichten: minder armoede en honger, meer kinderen naar school, toename van landbouw en veeteelt en veel ontvangers beginnen een eigen bedrijfje. Fysiek en psychisch zijn er ook al snel positieve veranderingen. Ook in het eerste project van INclusion in Welle in Oeganda zijn de resultaten zeer positief. Lees hierover het wetenschappelijke rapport van de onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen: LIFE-Basic Income Project in Welle, Uganda - Midline Evaluation Report.


Mobiel geld

In Nederland raken steeds meer mensen vertrouwd met het betalen met hun mobiele telefoon. In Afrika heeft mobile money zich al eerder ontwikkeld, omdat reguliere banken en bankrekeningen daar moeilijker beschikbaar waren. Mobiel geld was voor veel mensen een goed alternatief. Aan het begin van een project geven we nu alle ontvangers een eenvoudige mobiele telefoon waarop ze maandelijks het kleine geldbedrag ontvangen. Mensen kunnen het mobiele tegoed gebruiken om onderling te betalen of ze kunnen het lokaal omwisselen in contant geld.


Langdurige hulp aan iedereen

De meeste basisinkomenpilots die in andere landen zijn geweest duurden maar één of twee jaar. Wij denken dat dit te kort is voor blijvend resultaat. Daarom blijft INclusion een gemeenschap zeven jaar lang ondersteunen met een klein basisinkomen voor iedereen. Dat geeft mensen de kans om echt iets op te bouwen, bijvoorbeeld om een opleiding te voltooien of een goede afzetmarkt te vinden voor een eigen bedrijfje of om de landbouwproductie duurzaam te verbeteren.

We geven het basisinkomen aan iedereen in een dorp, of een andere gemeenschap. Veel UCT-projecten geven het alleen aan bepaalde groepen, bijvoorbeeld alleen aan de allerarmsten. Dit heeft verschillende nadelen. Er kunnen mensen onterecht buiten de boot vallen. Ook kan er afgunst ontstaan bij degenen die net niet in aanmerking komen. Verder wordt de organisatie van een project complexer en duurder als je gaat selecteren wie wel en wie niet in aanmerking komt.

Daarom geeft INclusion het basisinkomen aan iedereen in gemeenschappen waar de meeste mensen in extreme armoede leven. In zo'n gemeenschap heeft de rest van de inwoners het vaak niet veel breder en zo kan een gemeenschap zich als geheel in onderlinge solidariteit ontwikkelen.

 

Community fund

Uniek aan de projecten van INclusion is, dat we 10% of 15% van het basisinkomen aan alle ontvangers samen geven. We storten het in een community fund of dorpsfonds. Alle bewoners beslissen samen over de besteding ervan. In het eerste project in Welle hebben de bewoners bijvoorbeeld als eerste geïnvesteerd in een waterpomp, waardoor vrouwen en kinderen nu dagelijks veel minder tijd nodig hebben om water te halen.

Dit community fund kan voor allerlei zaken worden gebruikt, bijvoorbeeld ook voor het bouwen van een schooltje of de aanschaf van een fiets of motor waar iedereen gebruik van kan maken.

Lange termijn

Doordat we mensen die in armoede leven veel langer ondersteunen, krijgen ze de tijd om echt iets op te bouwen. We verwachten daarom dat het veel mensen zal lukken om ook na afloop van het project uit armoede te blijven. Maar dit geldt natuurlijk niet voor iedereen. Een deel zal terugvallen in armoede. Zelfs in een rijk land als Nederland met alle goede voorzieningen en mogelijkheden leven er mensen in armoede.

INclusion vindt het daarom belangrijk om er eerlijk over te zijn dat tijdelijke ontwikkelingshulp armoede nooit permanent zal kunnen oplossen. Daarvoor zijn structurele veranderingen nodig. De welvaart moet wereldwijd eerlijker worden verdeeld en er moeten in alle landen goede systemen van sociale zekerheid komen.

We zien onze projecten daarom ook als voorbeelden van hoe het anders kan: met relatief kleine bedragen zijn mensen al in staat om uit armoede te raken en zelf te werken aan een betere toekomst. Laten we er met zijn allen voor zorgen dan niemand in deze wereld meer in armoede hoeft te leven.

Wetenschappelijk onderzoek

We vinden het belangrijk om onze projecten wetenschappelijk te laten monitoren: om te meten wat de resultaten zijn en om te verifiëren of ze inderdaad zo positief zijn als we verwachten; en ook om bij positieve resultaten anderen te overtuigen van de effectiviteit en efficiëntie van deze nieuwe manier van ontwikkelingssamenwerking. Met meer ondersteuning van donateurs en fondsen kunnen we meer projecten starten en veel meer mensen helpen.

Met het wetenschappelijke onderzoek richten we ons ook op andere ontwikkelingsorganisaties. We vinden het als INclusion niet per se belangrijk om zelf heel groot te worden, we juichen het juist toe als anderen deze nieuwe manier van ontwikkelingssamenwerking overnemen. Graag willen we samenwerken met andere ontwikkelingsorganisaties.

Het wetenschappelijke onderzoek is ook bedoeld om steeds beter te weten komen wat het beste werkt. Wat zijn bijvoorbeeld de resultaten als de hoogte van het basisinkomen iets lager of hoger is, de duur iets langer of korter? Hoe kunnen we het beste gemeenschappen voor projecten selecteren en begeleiden? Wat zijn de randvoorwaarden waardoor een project meer of minder goed verloopt? Zulke vragen willen we graag door volgende projecten en wetenschappelijk onderzoek steeds beter kunnen beantwoorden.

Het uiteindelijk doel is dat iedereen in deze wereld minimaal voldoende heeft om menswaardig te kunnen nemen en volwaardig te participeren in de samenleving en economie.

Steun INclusion door middel van een maandelijkse of eenmalige donatie.

Onze partners

Onze waarden